Polenforum.nl Polenforum.nl

Nieuws - links - informatie en forum over Polen

Sinds 7 januari 2004

 

Polen:   ECONOMIE.

Gestart door Pieszyce, 23 oktober 2022, 13:16

Vorige topic - Volgende topic

Pieszyce


Polen:   ECONOMIE.

4.1 Algemeen  
 
Polen heeft na de Tweede Wereldoorlog het economisch model van de Sovjet-Unie gekopieerd. Banken en grote bedrijven werden genationaliseerd en het grootgrondbezit werd opgeheven. Slechts de kleinere
boerenbedrijven en de dienstensector bleven in particuliere handen. Het levenspeil bleef lange tijd erg laag, maar wel veranderde Polen geleidelijk van een overwegend agrarisch in een geïndustrialiseerd land. In 1995
werkten er van de beroepsbevolking 22% in de landbouw, 32% in de industrie en 46% in handel en dienstensector. De onevenwichtige economische ontwikkeling en de verwaarlozing van de consumptieve sector vormden
een belangrijke oorzaak voor de sociale onlusten van 1956, 1970 en 1980. Tussen 1980 en 1995 steeg het bruto nationaal product (bnp) per hoofd van de bevolking gemiddeld met 2,4% per jaar (in 1994 al 5,2% en in 1995
liefst 7%; in 1996 5,5%); in absolute termen was het bnp echter laag (in 1995 $ 2790 per hoofd van de bevolking).
 
In 1989 werden de vrijemarktprincipes in de Poolse economie hersteld. Op 1 jan. 1990 nam de regering-Mazowiecki een omvangrijk economisch hervormingsprogramma aan. Het voorzag in het vrijlaten van de prijzen (in
1991 verviervoudigden ze zonder dat er loonstijging tegenover stond), voorts het convertibel maken van de zloty en de invoering van een zware belasting op loonstijgingen die uit zouden gaan boven de vastgestelde norm.
Daarnaast was een belangrijk doel het onder controle krijgen van de overheidsuitgaven door vermindering van de uitgaven en een strakker belastingsysteem. Als gevolg van dit beleid daalde de inflatie (15% in 1997) en
breidde de particuliere sector zich snel uit. Polen heeft zich in de jaren negentig in hoog tempo tot een vrijemarkteconomie ontwikkeld en is daarmee, in vergelijking tot de andere voormalige Oostbloklanden, koploper.
 
4.2 Landbouw, veehouderij en visserij 

Het grootgrondbezit werd na de communistische machtsovername opgeheven, dwz. het grondbezit boven de 50 ha (100 ha in de nieuw verworven westelijke gebieden). Aanvankelijk werden de kleinere particuliere
bedrijven met rust gelaten, maar na 1949 werd geprobeerd de boeren ertoe te bewegen hun bedrijven samen te voegen in collectieve bedrijven of coöperaties aan te gaan. In een poging meer greep op de agrarische sector
te krijgen werden zgn. landbouwkringen opgericht: instellingen die landbouwmachines verhuren, als gezamenlijk inkoopbureau voor particuliere boeren fungeren en het verenigingsleven op het platteland organiseren. Het
particuliere bezit in de agrarische sector heeft gedurende de communistische periode steeds overheerst (tussen de 75 en 85% van het totale landbouwareaal). In okt. 1991 werden de staatsboerderijen opgeheven. De 0,5
miljoen boeren van die bedrijven waren vrij om voor zichzelf te beginnen. Het gemiddelde particuliere bedrijf was in 1989 5 ha groot. De werkloosheid in de landbouw, m.n. in het noorden en noordoosten, is sinds 1989 vrij
snel gestegen. De hele landbouwsector draagt voor slechts 6% bij in het bnp.
 
Behalve granen (tarwe, rogge, gerst en haver) produceert Polen traditioneel veel aardappelen en suikerbieten.
 
De veehouderij omvat vnl. runder- en varkensteelt. Gebrek aan veevoer en een slechte infrastructuur zijn de belangrijkste belemmeringen voor groei in deze sector.
 
Visserij. De visvangst op de Oostzee en daarbuiten wordt door een grote visserijvloot bedreven. Kabeljauw en haring zijn de voornaamste producten.
 
4.3 Industrie
 
De meeste industrie is gevestigd in het zuiden van het land, met als zwaartepunt Opper-Silezië metaal-, elektrotechnische, chemische en houtverwerkende industrie). Grote industriesteden zijn daarnaast Lódz (chemische
industrie en vooral textiel), Warschau (werktuig- en machinebouw, textiel, bouwmaterialen), Poznan (machinebouw, celplasserose, bouwmaterialen, textiel) en Gdansk (scheeps- en machinebouw). Sinds 1990 is de
particuliere sector sterk gegroeid. Een groot probleem vormt echter nog steeds de privatisering van de grote staatsbedrijven. De privatiseringswet van juli 1990 leidde niet tot het gewenste effect. Bovendien heeft de
industrie, die zich op de export naar de Sovjet-Unie richtte, moeite met overschakelen. Een bijkomend probleem is de enorme milieuvervuiling die de industrie veroorzaakt.
 
4.4 Mijnwezen
 
Polen is rijk aan delfstoffen. Steenkool wordt gewonnen in Opper-Silezië, Neder-Silezië en het Lublinbassin, ligniet bij Belchatów. Voorts beschikt het land over rijke koper-, zink- en zwavelvoorraden. Winning van ijzererts,
gas en aardolie vindt ook plaats, maar wordt onvoldoende geëxploiteerd om in de eigen behoefte te voorzien.
 
4.5 Energie 
 
De elektriciteitsopwekking vindt plaats in warmtekrachtcentrales. Aan een kerncentrale bij Zarnowiec werd gebouwd, maar na vele protesten werd in 1990 de bouw stilgelegd.

4.6 Handel
 
Polen heeft een chronisch tekort op de handelsbalans. Belangrijkste exportproducten zijn steenkool, chemische producten en levensmiddelen. Ingevoerd worden o.a. machinerieën, aardolie, chemische producten en
levensmiddelen. Voornaamste handelspartner is Duitsland, naast Italië, Rusland, Groot-Brittannië, Nederland en Frankrijk.
 
4.7 Bankwezen

Per 31 dec. 1989 werd het gehele bankwezen gereorganiseerd. De Nationale Bank van Polen werd hierdoor onafhankelijk van de overheid en kreeg vergaande bevoegdheden inzake de wisselkoers en het niveau van de
rente. Na 1989 is het aantal commerciële banken explosief gegroeid. Ook werd vanaf dat jaar een aantal banken, geheel of gedeeltelijk in privé bezit opgericht. In 1991 werd de beurs in Warschau geopend.
 
4.8 Verkeer 
 
De ontwikkeling van het spoorwegnet is achtergebleven bij de economische groei. Van het totale net (bijna 25 000 km) is minder dan de helft geëlektrificeerd. Het wegennet (ca. 368 000 km) is redelijk goed. De
koopvaardijvloot omvat 591 schepen (uitgezonderd de visserijvloot). De voornaamste zeehavens zijn Szczecin, Gdynia en Gdansk. Warschau heeft een internationale luchthaven. De nationale luchtvaartmaatschappij is de
Polskie Linie Lotnicze (LOT).